Carbamazepine

ATC: N03AF01

Tegretol
Ouderenzorg

Selecties

Pijn en koorts

  • Bij trigeminusneuralgie (chronische neuropatische pijn).

Motivatie

  • Carbamazepine blijft de eerstekeuzebehandeling voor trigeminusneuralgie op basis van de klinische praktijk en bij consensus en niet op basis van studies van goede methodologische kwaliteit.

Indicatie
Bij trigeminusneuralgie
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus
+


Dosering

Bij oudere patiënten moet de posologie van carbamazepine met voorzichtigheid bepaald worden, tengevolge van geneesmiddeleninteracties en een mogelijke verandering van de farmacokinetiek van anti-epileptische geneesmiddelen.

Tabletten :

  • 100 mg 2x per dag, tijdens of buiten de maaltijd.
  • Indien nodig, de dosis van 100 mg geleidelijk verhogen met een interval van 1 week tot pijncontrole bereikt is (max. 800 mg per dag).
  • Daarna: geleidelijke vermindering van de dosis tot een onderhoudsdosis die heroptreden van de pijn voorkomt.
  • Het gebruik van carbamazepine in een vorm met vertraagde vrijstelling beperkt zich tot de behandeling van epilepsie en bipolaire stoornis.

Siroop:

  • Met siroop worden hogere piekwaarden bekomen dan met eenzelfde dosis in tabletvorm.
  • Starten met een lagere dosis (dan met tabletvorm) maar met hogere frequentie (3 maal per dag).

In geval van nierfalen

  • Geen dosisaanpassing nodig.

Delen en pletten

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Vooraleer de behandeling te starten: evaluatie van het bloedbeeld en van de leverfunctie; wekelijkse controle van het bloedbeeld gedurende de eerste maand van de behandeling, nadien maandelijks; regelmatige controle van de leverfunctie.
  • Geen alcoholgebruik tijdens de behandeling.
  • Voorzichtigheid is geboden bij kwetsbare oudere patiënten en bij ernstige hart-en vaatziekten, lever-en nierziekten.
  • Beenmergdepressie, verslechtering van de leverfunctie of ernstige allergische huidreacties zijn redenen om de behandeling te beëindigen.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Anti-epileptica zijn geneesmiddelen met nauwe therapeutisch-toxische marge.
  • Braken, nausea, diarree, obstipatie, buikpijn, droge mond.
  • Agitatie, verwardheid, stemmingsstoornissen; minder frequent met carbamazepine; lichte toename van suïcidale gedachten en gedrag is niet uit te sluiten.
  • Duizeligheid, ataxie, slaperigheid, moeheid, hoofdpijn, tremor.
  • Diplopie, wazig zicht.
  • Frequent urticaria, allergische huidreacties, die ernstige vormen kunnen aannemen; zelden ernstige huidreacties, zoals syndroom van Stevens Johnson, toxische epidermale necrolyse, DRESS (zie Inl.6.2.6. Ernstige huidreacties door geneesmiddelen). Het risico blijkt hoger bij patiënten die drager zijn van het HLA-B*1502-allel (zie rubriek “Bijzondere voorzorgen”). Er is kruisallergie met fenytoïne, fenobarbital en primidon.
  • Gastro-intestinale en neurologische ongewenste effecten en allergische huidreacties doen zich frequent voor bij aanvang van de behandeling, zeker wanneer de startdosis hoog is of bij oudere patiënten. Deze verdwijnen doorgaans na enkele dagen spontaan of na tijdelijke dosisverlaging.
  • Leukopenie, trombocytopenie, zelden anemie; minder frequent met oxcarbazepine.
  • Verstoorde leverenzymen, zelden hepatitis of leverinsufficiëntie.
  • Alle anti-epileptica lijken gepaard te gaan met een verhoogd risico van osteoporose en een verhoogd fractuurrisico.
  • Oedeem, gewichtstoename, hyponatriëmie, meer uitgesproken met oxcarbazepine, en frequenter bij ouderen.
  • Zelden cardiale ritme- of geleidingsstoornissen.

Interacties

  • Overdreven sedatie bij associëren met andere geneesmiddelen met sederend effect of met alcohol.
  • Verhoging van het risico van encefalopathie ten gevolge van valproaat/valproïnezuur bij gelijktijdig gebruik.
  • Inname van hoge doses foliumzuur (5 tot 15 mg per dag) kan mogelijk leiden tot een daling van de plasmaconcentraties van carbamazepine.
  • Carbamazepine is een substraat van CYP3A4 en CYP2C8, en inductor van CYP1A2, CYP2B6, CYP2C9, CYP3A4 en P-gp (zie Tabel Ic. in Inl.6.3. en Tabel Id. in Inl.6.3.), met o.a. daling van het effect van de vitamine K-antagonisten en van sommige antibiotica.
  • Oxcarbazepine induceert eveneens CYP3A4, maar minder sterk dan carbamazepine.
  • Een belangrijke interactie ten gevolge van enzyminductie is het minder betrouwbaar worden van hormonale anticonceptiva (oraal, transdermaal, vaginaal, implantaat) en orale hormonale noodanticonceptie [zie Folia november 2021, waarin ook maatregelen worden aangereikt om de interactie te vermijden].
  • Carbamazepine induceert in het begin van de behandeling ook zijn eigen metabolisme, met een belangrijke variabiliteit van de plasmaconcentraties tot gevolg (zie “Bijzondere voorzorgen”).
  • Gelijktijdig gebruik van carbamazepine en alcohol kan de alcoholtolerantie verminderen. Chronisch overmatig alcoholgebruik kan de plasmaconcentratie van carbamazepine verlagen. Bruusk afbouwen of stoppen van chronisch alcoholgebruik kan de afbraak van carbamazepine versnellen met toename van het risico op convulsies tot gevolg.

Contra-indicaties

  • Atrioventriculair blok.
  • Antecedenten van beenmergdepressie.
  • Gebruik samen met een MAO-inhibitor.

Prijstabel