Selecties

Pijn en koorts

  • Pijnlijke diabetische neuropathie : keuze tussen gabapentine, nortriptyline en duloxetine, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken, de contra-indicaties en mogelijke bijwerkingen.
  • Postherpetische neuropathie : keuze tussen gabapentine en nortriptyline, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken, de contra-indicaties en mogelijke bijwerkingen.

Motivatie

Indicatie
Pijnlijke diabetische neuropathie: keuze tussen gabapentine, nortriptyline en duloxetine, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken Postherpetische neuropathie: keuze tussen gabapentine en nortriptyline, afhankelijk van de patiëntkarakteristieken
Criteria voor
de selectie
Werkzaamheid + +
Veiligheid
Gebruiksgemak
Prijs
Expert
consensus


Dosering

  • Opstarten van de behandeling:
    • Dag 1: 300 mg 1x/d;
    • Dag 2: 300 mg 2x/d;
    • Dag 3: 300 mg 3x/d.
    • Of 300 mg 3x/d vanaf de eerste dag.
  • Verder, in functie van de respons en het verdragen door de patiënt:
    • Zo nodig de dosis stapsgewijs verhogen met 300 mg/d elke 2-3 dagen.
    • Maximale dosis : 3600 mg/d.
    • Minimum tijdsinterval tot 1800 mg/d : 1 week.
    • Minimum tijdsinterval tot 2400 mg/d : 2 weken.
    • Minimum tijdsinterval tot 3600 mg/d : 3 weken.
    • Langzamer opbouwen kan noodzakelijk zijn bij patiënten in slechte algemene toestand (laag lichaamsgewicht, ...).

In geval van nierfalen

Dosisaanpassingen zijn vereist bij verlaagde nierfunctie :

Creatinineklaring <80 ml/min maximaal 1800 mg/dag
Creatinineklaring <50 ml/min maximaal 900 mg/dag
Creatinineklaring <30 ml/min maximaal 600 mg/d
Creatinineklaring <15 ml/min maximaal 300 mg/d

Delen en pletten

Voorzorgsmaatregelen voor gebruik

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Regelmatige evaluatie of voortzetten van de behandeling nodig is.
  • Zelfmoordgedachten en -gedrag zijn gerapporteerd bij patiënten die werden behandeld met anti-epileptica in verschillende indicaties. Evalueren van de patiënt om eventuele suïcidale ideeën of gedrag op te sporen (vooral bij antecedenten van suïcidale ideeën).
  • Opgezette lymfeklieren en koorts kan wijzen op een overgevoeligheidssyndroom na opstart en stop van de medicatie is dan aangewezen.
  • Gevallen van misbruik en afhankelijkheid zijn gemeld; voorzichtigheid is geboden bij een voorgeschiedenis van drugs- en geneesmiddelenmisbruik.
  • Voorzichtig gebruiken bij ouderen met een verhoogd valrisico; te vermijden bij voorgeschiedenis van vallen of fracturen.

De rubrieken hieronder verwijzen naar de geneesmiddelgroep waartoe het hier beschreven geneesmiddel behoort, indien deze beschikbaar zijn in het Gecommentarieerd Geneesmiddelen Repertorium.

Ongewenste effecten

  • Anti-epileptica zijn geneesmiddelen met nauwe therapeutisch-toxische marge.
  • Luchtweginfectie, grieperig syndroom, dyspnoe, hoest; urineweginfectie.
  • Leukopenie.
  • Nausea, braken, gingivitis, diarree, obstipatie, droge mond, dyspepsie.
  • Anorexia, toegenomen eetlust, gewichtstoename.
  • Verwardheid, stemmingsstoornissen, angststoornissen, prikkelbaarheid, abnormale gedachten; signaal van lichte toename van suïcidegedachten en suïcide.
  • Slaperigheid, vermoeidheid, insomnia, hoofdpijn, duizeligheid, ataxie, gangstoornissen, dysartrie, nystagmus, tremor, geheugenstoornissen, paresthesie, hypo-esthesie, convulsies.
  • Visusstoornissen.
  • Hypertensie, vasodilatatie.
  • Oedeem (perifeer en ter hoogte van het gelaat), purpura, huiduitslag, pruritus; gevallen van ernstige huidreacties, zoals syndroom van Stevens Johnson, toxische epidermale necrolyse, DRESS (zie Inl.6.2.6. Ernstige huidreacties door geneesmiddelen), zijn beschreven.
  • Artralgie, myalgie.
  • Alle anti-epileptica, en zeker gabapentine en pregabaline, lijken gepaard te gaan met een verhoogd risico van osteoporose en een verhoogd fractuurrisico [zie Folia mei 2025].
  • Risico van afhankelijkheid en misbruik met risico op overdosis, soms met fatale gevolgen [zie Folia februari 2020].
  • Impotentie.
  • Zelden ademhalingsdepressie.
  • Risico van ernstige exacerbaties bij patiënten met COPD [zie Folia oktober 2024].
  • Allergische reacties (urticatria); overgevoeligheidssyndroom (koorts, huiduitslag, hepatitis, lymfadenopathie), gaande tot anafylaxie, werd gerapporteerd.

Interacties

  • Risico van sedatie en ademhalingsdepressie bij gelijktijdig gebruik met opioïden.
  • Overdreven sedatie bij associëren met andere geneesmiddelen met sederend effect of met alcohol.
  • Antacida kunnen de biologische beschikbaarheid van gabapentine verminderen, al is de klinische relevantie hiervan onduidelijk. Gabapentine wordt best minstens 2u na de inname van antacida ingenomen.

Prijstabel